Ongewild bezoek

Het licht brandde, Larissa was er niet. Natuurlijk niet. Even vroeg hij zich af of ze er ooit wel was geweest. Ton stak de sleutel in het slot. De leegte van het huis vloog hem aan. Hij liep naar de kledingkast op de overloop en haalde er een T-shirt van haar uit. Hij gooide het in de huiskamer losjes over de leuning van de bank. Daarna liep hij naar de boekenkast en haalde er het boek Zomerse beloften uit. Ze had het nooit gelezen. Hij legde het op het tafeltje naast de fauteuil. Verder rommelde hij wat met pannen in de keuken. Zodat het zou lijken, alsof er gekookt was. Daarna haalde hij de krant uit de brievenbus en ging met samengeknepen billen op de bank zitten lezen. Hij kon zich moeilijk concentreren. Hij keek om de havenklap op de klok aan de muur.  Om kwart voor acht ging de bel nog niet.

 

Om tien voor half negen schrok hij op van een elektronisch deuntje. Hij wist even niet waar hij was. Hij greep naar zijn telefoon. Die was het niet. De deurbel. “Dag lieve mam,” zei hij koeltjes, terwijl hij Eugenie in de deuropening op beide wangen kuste. “Ben je niet in Haarlem?”, vroeg ze bits. “Nee, ik had hier dingen te doen.” “Ben je alleen?” “Ja, Larissa moest plotseling naar een vriendin.” “Maar we hadden toch afgesproken!” “Ik weet het. Overmacht. Larissa vroeg of ik je even kon opvangen.” “Hoe laat komt ze terug?” “Ik heb eerlijk gezegd geen idee.”  Eugenie plofte op de fauteuil neer. Ze zuchtte. Haar oog viel op het boek. “Leest ze dat?” “Ik denk het.” “Het lijkt wel alsof ik mijn kinderen geen fatsoenlijke opvoeding heb gegeven. Dat soort dingen mocht ze nooit van me lezen. En volgens mij hield ze er ook niet echt van.” “Misschien daardoor juist.” “Het is hier een rommeltje.” Ton pakte het T-shirt van de leuning van de bank en liep ermee naar de slaapkamer, waar hij het op bed smeet. “Sorry, Ton, maar ik heb niet zoveel behoefte aan een gesprek met jou, “  reageerde Eugenie, toen hij de huiskamer weer in liep. “Kan ik haar even bellen met jouw mobiel?” “Ze heeft haar mobiel in de  drukte vergeten”, antwoordde Ton aarzelend. “Ik wacht op haar tot tien uur en hoop maar dat ze dan terug is.” “Ik verwacht het niet,” antwoordde Ton. “ “Heb jij een andere optie dan? Ik kom uit Leiden, zoals je weet.” Ton dook weer in zijn krant.

 

Om tien voor negen liet Eugenie een gemaakt kuchgeluid horen. “Is er iets?”, vroeg Ton. “Zou je me niet iets te drinken aanbieden?” “Ooh ja, wat wil je drinken?” “Een kopje koffie.” Ton zocht in de keuken naar koffiepads. Vijf minuten later kwam hij terug met een kopje Senseo. “Heb je geen espresso?”, vroeg Eugenie.  “Oeps, niet aan gedacht, alsjeblieft.” Eugenie blies over de koffie. Ton verborg zich weer achter zijn krant. Eugenie dronk met kleine slokjes van de koffie. Daarna zette ze het kopje met een klap op tafel. Ton reageerde niet. “Is er nog wat gebeurd vandaag? “ “Hoezo? “ “Staat er nog wat in de krant? “ “Ach, nee niets bijzonders, de gewone dingen.” Om kwart voor tien stond Eugenie op van de stoel. Ze had haar jas nog steeds aan. “Je begrijpt dat ik hier niet echt blij mee ben.” “Laat Larissa, dat maar weten.” “Ja, ze had je van te voren even moeten bellen, maar daar had ze geen tijd voor.” “Jij had toch ook even kunnen bellen?! .. Ik ben tot twaalf uur op. Dus misschien kan ze vanavond nog even bellen.” “Ja, misschien, als ze voor twaalven thuis is.” “Je hoeft me niet uit te laten hoor.” Eugenie beende naar de gang en sloeg de buitendeur met een klap achter zich dicht.

 

Ton liep naar het dressoir en haalde er een fles whiskey uit. Hij nam een grote slok. Het spul brandde in zijn keel. Hij ging ermee op de bank zitten en nam nog een slok. Een kwartier later stond ook hij buiten. Hij draaide de deur in het dubbele slot. Als hij geluk had, haalde hij de trein nog van elf uur. Hij verlangde naar de warmte van zijn kamer in Haarlem. Hier was alles koud. Koud en leeg. In de trein terug naar huis schoot hem te binnen, dat Larissa een hekel had aan boeken als Zomerse beloften. Inderdaad, hij had Eugenie beter gewoon kunnen bellen, dat de afspraak niet doorging. Maar daar had hij de moed niet voor gehad.

©2012, schrijfartiest.nl