‘Groene hart is uniek cultuurlandschap’

Veel gras, veel water en hier en daar een koe. Wat is daar nou aan, denkt menigeen. GroenLinks in Zuid-Holland vindt het eeuwenoude veenweidelandschap van het groene hart wel degelijk het behouden waard. Natuurlijk, er is al veel natuur verloren gegaan. Des te meer reden een goed plan te ontwerpen om de nog resterende stukken te beschermen tegen de oprukkende woningbouw, industrie en glastuinbouw.

 

Lennert Ras

In het tijdschrift Rooilijn schreef pla­noloog Vincent van Rossem over 'de mythe van het groene hart' waarvan nog steeds een zekere betovering uit­gaat .Volgens hem kun je echter beter spreken van een rommelige, semi-Amerikaanse metropool.
'Pure demagogie,' noemt Steven van Schuppen dit. Hij is adviseur van de Zuid-Hollandse Statenfractie van GroenLinks/De Groenen en werkte samen met Jan Dirk Dorrepaal mee aan een onlangs verschenen nota over het groene hart. 'Als je zo begint te praten, geef je eigenlijk al vrij spel om straks de boel maar vol te bouwen.'
De reden van het ontstaan van een rommelige metropool in het groene hart zoekt Van Rossem vooral in het feit dat het hart nooit duidelijk be­grensd is. Daarom kon geen bouw­verbod worden uitgevaardigd. In de nota van de Zuid-Hollandse staten­fractie, getiteld Het groene hart, nu of nooit!, wordt in elk geval een duidelij­ke oplossing voor dit probleem aan­gedragen.
De statenfractie baseert zich met name op het idee van de "biodiversiteitsring' van het Amerikaanse kunstenaarsechtpaar  harrison,  dat  in 1995 in opdracht van de Culturele Raad Zuid-Holland naar een oplos­sing zocht voor her groene hart. Rondom het groene hart zou een 'kransslagader' van twee kilometer groen moeten komen. Deze zone kan tot een duidelijke begrenzing van her groene hart leiden.
De kransslagader dient door mid­del van 'groene gangen' in verbinding te staan met andere belangrijke na­tuurgebieden, zodat de vitaliteit van de natuur in het groene hart wordt gewaarborgd. Bovendien voorko­men dergelijke groene gangen tussen de steden, dat de Randstad verder dichtslibt en tot een aaneengesloten agglomeratie verwordt.
Binnen het groene hart zelf moe­ten waardevolle gebieden worden be­schermd. Dat kan door reservaten en 'vetogebieden' te stichten. In deze vetogebieden zou de natuur en even­tueel daaraan verbonden recreatie steevast voorrang moeten krijgen bo­ven andere activiteiten als woning­bouw en industrie.

Middeleeuwen

Er is inderdaad al veel natuur-schoon  verdwenen  in  het  groene hart, maar het is nog niet te laat, vin­den Van Schuppen en Dorrepaal. Zij breken een lans voor het eigen karak­ter van het polderlandschap, dat door eeuwenlang ingrijpen van de mens tot stand gekomen is.
Van Schuppen: 'In het groene hart bevindt zich nog steeds een aaneen­gesloten gebied dat wat betreft de landschappelijke inrichting recht­streeks uit de middeleeuwen stamt. Het enige stuk Nederland dat een enigszins vergelijkbare cultuurhistorische waarde heeft, ligt in Noord-Holland boven het IJ. De boerenbedrijven in het groene hart zijn van wezenlijk belang voor het behoud van dit cultuurlandschap. Wel zou ecologische landbouw gestimuleerd moeten worden om de overbemes­ting tegen te gaan.'
Dit laatste standpunt mag enigs­zins opmerkelijk heten: GroenLinks op de bres voor de boerenstand. Maar de beide auteurs van de nota redene­ren dat de aanwezigheid van boeren­bedrijven de beste garantie vormt dat het gebied niet op de schop gaat. Een 'verwildering' van een deel van het groene hart. zoals het Wereldnatuurfonds voorstaat, heeft hun voorkeur niet. Het eigene aan het groene hart is nu juist het door de mens gecreëerde veenweidelandschap.
In de visie van GroenLinks zijn forse investeringen niet te vermijden. Bijvoorbeeld om het moeilijk toegankelijke groene hart bereikbaar te maken door middel van openbaar vervoer en wandelpaden. Verder is veel overheidsbemoeienis en wetgeving nodig om een halt toe te roepen aan de oprukkende woningbouw, industrie en glastuinbouw.

Ijburg

Je kunt je natuurlijk afvragen of een dergelijk plan om het groene hart te redden wel reëel is in een zo dicht volkt gebied als de Randstad. Volgens Steven van Schuppen en Jan Dirk Dorrepaal zijn er wel degelijk mogelijkheden. Waar alweer Van Rossem komt met het schrikbeeld van een verpauperde Randstad rondom een milieureservaat waar niemand komt, zien zij juist het licht van een leefbare Randstad met een kloppend groen  hart. Het probleem is dat de beleidmakende overheden veelal uitgaan van ideeën die minstens twintig jaar oud zijn.

Een voorbeeld daarvan is het Vinexbeleid. Daarbij is het uitgangspunt dat nieuwe wijken aan de bestaande steden moeten worden vastgebouwd om nog zoveel mogelijk echte natuur te redden.Een ontwikkeling als van IJburg in Amsterdam past in deze Vinex-gedachtengang. Een ander argument is dat de hogere inkomens wegtrekken uit de stad; een riant gelegen woonwijk in het Ij-meer zou daar verandering in moeten brengen. Ook GroenLinks-Amsterdam steunt dit beleid.
Van Schuppen: 'Men hinkt hier echter op twee gedachten. Het meer behoort tot de ecologische kernzones, waarin de natuur juist voorrang zou moeten krijgen. In de nota schilderen wij een alternatief voor het Vinex-beleid: het op allerlei manieren "verdichten" van de steden. Je kunt bijvoorbeeld extra woonlagen op bestaande bebouwing plaatsen. Het realiseren van zogenaamde "penthouses" heeft het voordeel dat verschillende inkomensgroepen in een buurt terechtkomen. Dat zal de leefbaarheid vergroten. Het Vinex-beleid daarentegen dreigt neer te komen op het creëren van "suburbs met carports" voor de meer vermogenden. Uiteindelijk leidt dit tot verpaupering van de binnensteden en het ontstaan van buitenwijken waarin over twintig jaar niemand meer wil wonen.'
GroenLinks in Zuid-Holland zet dus in op de zogenaamde 'compacte stad'. Voorzieningen als liften en opbouwwoningen moeten de binnensteden leefbaar houden, want zolang mensen het in hun buurt enigszins naar hun zin hebben, wil eigenlijk niemand verhuizen.

Binnen het groene hart zou trouwens ook nog woonruimte kunnen worden gerealiseerd langs al bestaande lintbebouwing naast vaarten en wegen (let wel: met name voor economisch of sociaal aan het hart gebonden mensen). Op de erven in deze woonkernen zouden huizen kunnen worden gebouwd zonder de natuur verder te benadelen. Ook op deze locaties pleiten Van Schuppen en Dorrepaal voor het bouwen voor verschillende inkomensgroepen in één buurt.
Ook het alsmaar inzetten van de Nederlandse overheid op de Randstad wordt veroorzaakt door ideeën die meer dan twintig jaar teruggaan, stellen Dorrepaal en Van Schuppen. Gezien het ontstaan van een Europese markt kan beter gekozen worden voor de ontwikkeling van kernen als Arnhem en Heerlen. Of, om dichter in de buurt te blijven, waarom wordt er nu verder niets gedaan aan Almere en Lelystad in de zo duur betaalde Flevopolder? Het steeds verder willen uitbreiden van Schiphol is volgens de beide auteurs ook een vorm van kwaad die uit deze Randstedelijke manier van denken voortkomt.

Grijze golf

De achterliggende gedachte lijkt simpel, enige blikverruiming kan geen kwaad om in te zien dat er in de toekomst ruimte kan blijven voor een groen hart binnen de Randstad. Een groen hart dat van belang is voor de ontspanning en recreatie van bijvoorbeeld de aanstormende ‘grijze golf’, die met name wandelend en fietsend recreëert. Maar ook jongeren zouden volgens Van Schuppen, zelf auteur van een aantal wandelboekjes, steeds vaker het bestaande groen weten te waarderen.
Bovendien kan de Randstad economisch aantrekkelijk blijven als het openbaar vervoer in de regio maar verstrekkend verbeterd wordt. Dat is ook een van de hoofdpunten van de notitie van GroenLinks/De Groenen. Goed openbaar vervoer moet het vertrek van bedrijven uit de stadskernen naar locaties langs de snelwegen tegengaan. Dit proces is een van de belangrijkste oorzaken van het dichtslibben van het groene hart.
De belangrijkste argumenten van reizigers tegen het openbaar vervoer zijn het wachten en het overstappen. Daar moet volgens de beide GroenLinksers dus iets aan gedaan worden. De zogenaamde Randstadrail moet in de toekomst het bestaande openbaar vervoer verbeteren en verschillende trajecten met elkaar verbinden, zodsat een aaneengesloten openbaar vervoersnetwerk binnen de Randstad ontstaat.
Voor de hogesnelheidslijn komen Van Schuppen en Dorrepaal trouwens met een nieuw tracé. De HSL niet door het groene hart, maar samen met de A44 de grond in, door Wassenaar en ten westen van Leiden. Enkele landgoederen in de regio van Wassenaar, waar de snelweg nu dwars doorheen raast, zouden op die manier in hun oorspronkelijke staat kunnen worden teruggebracht. Zo wordt een belangrijke groene gang tussen het groene hart en de duinen hersteld.
Dorrepaal verwondert zich er zelfs over dat de overheid zelf niet op deze variant van de HSL is gekomen. Maar wie weet wat de toekomst ons nog brengt.

©2007, rasmedia.nl