Lennert Ras

Op de fiets je cliënten af

"leuk om te doen en mensen op hun werkplek bezig te zien"

Martine Rijnders werkt al twaalf jaar bij de Regenbooggroep. Ze is begonnen als coördinator in het Blake Watra (zwart water) huis. Ze was MLO-er, medewerker laag drempelige opvang. Ze deed de voor en nabesprekingen, zodat alle medewerkers wisten wat ze moesten doen. Ze is nu vier en een half jaar trajectbegeleider en vindt het werk afwisselend. "Het is heel leuk om te doen en om mensen op hun werkplek bezig te zien." De begeleiding die Martine doet is één op één. Ze werkt met de zogenaamde OGGZ groep van kwetsbare burgers. Vaak komen cliënten via het DWI of een CIZ indicatie bij haar terecht.

Kledingruil

Voordat Martine vertrekt om haar cliënten te bezoeken, checkt ze eerst op kantoor aan de Droogbak haar mail. Daarna stapt ze op de fiets. De eerste locatie die ze zal bezoeken is De Kloof op de Kloveniersburgwal. De dagopvang is in een monumentaal pand gevestigd in de kelder. Het is een beetje een donkere ietwat groezelige ruimte. Achter de voordeur ligt een oudere man met baard op een matras te slapen. Het is erg druk in de dagopvang. Er werken cliënten van Martine bij de balie, achter de bar, in de keuken en in de grote wasserette van de opvang. In de wasserette wordt aan kledingruil gedaan. Cliënten leveren hun kleding in om gewassen te worden en kunnen dan douchen en andere kleding uitzoeken om weer aan te trekken. Het gesprek dat Martine in de Kloof zou hebben met een cliënt kan helaas door de drukte niet doorgaan. Wel maakt ze een afspraak met Mahumud, die in de keuken werkt. Hij heeft het erg naar z'n zin en werkt er al een hele tijd. Vooral met Willem, een van de begeleiders bij De Kloof kan hij het heel goed vinden. Mahamud heeft al een hele tijd geen trajectbegeleider meer gezien en was daar een beetje teleurgesteld over. Goed, dat Martine nu de draad weer met hem gaat oppakken. Verder maakt Martine een afspraak met een dame in een fel rode sweater, die inmiddels elders werk heeft gevonden, maar graag als vrijwilligster betrokken wil blijven bij de Kloof. Bij de balie springt ondertussen een alarmlampje aan. Baliemedewerkster Sonja loopt het pand in om te kijken wat er aan de hand is. Martine maakt een afspraak met haar. Sonja gaat verhuizen en vraagt meteen aan haar begeleider een vrije dag aan om haar spullen in te pakken. De begeleider kijkt in de agenda. Het blijkt geen probleem te zijn om vrij te nemen. Martine spreekt met Sonja af dat ze haar die dag thuis zal opzoeken en tijdens het dozen inpakken met haar zal praten over de voortgang van haar traject.

Voetbaltraining

Martine stapt weer op de fiets om naar de Princehof te gaan. Een dagopvang iets verderop aan een gracht. Hier is het een stuk netter dan in de Kloof. Ze blijkt zich echter in haar afspraak vergist te hebben. De man die ze zou spreken is wel aanwezig, maar volgens hem hebben ze de afspraak pas morgen. In de gang bij het toilet spreekt een indisch ogende man haar aan. Omdat Martines afspraak toch niet doorging, heeft ze wel tijd om met hem te praten. De man zou graag meer uren willen maken. Martine vertelt hem, dat hij – gezien de werkbriefjes die hij inlevert – de uren die hij heeft echter nog lang niet volmaakt. Ze wijst hem er op dat er wel een grens zit aan het aantal uren dat hij kan werken. Ook gezien het maximum van vijftienhonderd euro vrijwilligersvergoeding per jaar. Als hij meer gaat werken, moet hij belasting gaan betalen en dan komt hij misschien in de problemen. De man legt uit dat hij vaak voetbaltraining heeft en daardoor op sommige uren niet in de Princehof kan werken. Martine raadt hem toch aan de uren die hij nu heeft eerst maar eens goed vol te maken. Nadat de man weer naar de gemeenschappelijke ruimte is vertrokken, maakt Martine een praatje met een donkere jonge dame met een zwarte bloem in haar haar. Het gesprek gaat over vakantie en de kinderen. Bovendien zal er zo een kitten voor de jonge dame worden gebracht. Martine gaat na dit gesprek even lunch halen. Als ze terug komt van de supermarkt is de kitten gebracht. Het is een schattig zwart rood diertje, dat de jonge dame misschien Uma, vrouw wil noemen.

Het is nu tijd voor een gesprek met Klaas, één van de begeleiders bij de Princehof. Het gesprek vindt plaats op de bovenste verdieping van het pand, boven de gebruikerskamers in de creatieve ruimte, waar allerlei schilderijen staan. Het gesprek gaat over een cliënt die heeft gedeald in het pand, wat streng verboden is. Martine schrikt van dit bericht. Dit had ze echt niet achter die cliënt gezocht. De cliënt zal geschorst moeten worden. Martine is echter bang, dat als de cliënt niet meer bij de Princehof komt, dat die dan uit het oog verloren wordt. Er wordt overlegd, maar Klaas moet een grens trekken en er zit niets anders op dan een schorsing. Na het gesprek overlegt Martine met Klaas hoe vaak hij een afspraak met haar wil inplannen. Dat hoeft van Klaas niet zo vaak, als hij maar haar telefoonnummer en email heeft, zodat hij zo nodig contact met haar kan opnemen.

Ambachtelijk en veel vrijheid

Na de Princehof fietst Martine naar de kaarsen en fietsenmakerij op de Bilderdijkstraat. Eigenlijk heeft ze nu Amsterdam West als werkgebied aangewezen gekregen, maar de Kloof en Princehof wil ze toch blijven doen. Ze heeft in de Bilderdijkstraat een gesprek met Ed, die in de fietsenmakerij werkt en ook actief is in verschillende cliëntenraden. En dat terwijl hij het moet dan op drie vierde van een long, door longemfyseem. Hij heeft inmiddels wel een paar andere taken stopgezet, omdat het toch te veel werd. Ed is niet zo te spreken over de Regenbooggroep. Hij vindt dat de organisatie meer bezig is met subsidies binnen halen en hun eigen salaris veiligstellen, dan met de cliënten. Toch is hij over Martine wel tevreden. Peter werkt in de kaarsenmakerij. Hij heeft het erg naar z'n zin. Wat hem betreft blijft hij er nog heel lang werken. Het is vooral leuk, dat het werk ambachtelijk is en je veel vrijheid krijgt om kaarsen te creëren, die je zelf wil maken. Hij combineert zijn werk bij de kaarsenmakerij met acteurswerk. Zijn toneelgroep speelt in den lande en repeteert ook buiten Amsterdam. Peter raakt er niet over uitgepraat.

Martine vertelt, dat er helaas niet zo veel doorstroom is van trajecten bij de Regenbooggroep naar regulier werk. De stap naar regulier werk is toch wat te groot. Maar er stromen wel mensen door naar andere functies binnen de organisatie. Wat Martine soms wel jammer vindt, is dat ze haar tijd vooral moet besteden aan cliënten waarbij het traject niet zo lekker loopt, waardoor andere gesprekken soms beperkt blijven tot een kort "het gaat goed hoor!"

 

©2012, rasmedia.nl