KUNST VOOR NOP
In de voorruimte van het Noppeskantoor is iedere twee maanden een nieuwe expositie te vinden.
Hieronder vier kunstliefhebbers met hun favoriete werk. Allemaal aangeschaft naar aanleiding van een expositie op het Noppeskantoor.
Lennert Ras
Het schilderij hangt in de slaapkamer van Jacquelien van Beers (THULE) en is speciaal voor haar gemaakt. Jacquelien wilde een schilderij dat bij de kleur van haar slaapkamermuur paste: paars. Die kleur was uitgezocht door een 'innerlijke-kleuren-deskundige'. De deskundige kijkt naar waar je staat in het leven en kiest daar de kleuren bij die je ondersteunen.
Marijke Brusse (MABU) heeft het schilderij gemaakt. Zij werkt vooral in zwart en wit en in grijzen, dus Jacquelien moest Marijke echt over de streep trekken om met andere kleuren te gaan werken. Ze ging ook twee keer bij Marijke kijken hoe het schilderij vorderde. De eerste keer dat ze kwam kijken, vond ze het nog veel te grijs. Terwijl Marijke het toen al heel kleurig vond. Het schilderij stelt een doolhof voor, symbool voor de weg naar buiten en de weg naar binnen, die men afwisselend aflegt. 'Je kijkt steeds anders naar het schilderij,' vertelt Jacquelien. 'Soms zie je er diepte in en soms zie je de ene helft iets oplichten. Je kunt er verschillend naar kijken. Dat heeft Marijke expres gedaan.'
Wilma Teunis (MEINTJE) was onder de indruk van de expositie van Irene Smirnia (TAAITAAI) in februari 2004. Dit waren grote kleurige schilderijen met ronde vormen en een tekst op het schilderij. Wilma wilde graag een van de schilderijen kopen, maar kon moeilijk kiezen tussen vier verschillende werken. Uiteindelijk koos ze voor het schilderij met, zoals ze het zelf noemt, de ondertitel: 'En niemand kon ons zien. We hadden pret voor tien.' Dit is een zin uit een kinderliedje. Het schilderij beeldt een moeder met kind uit. Maar de afbeelding is multi-interpretabel, want Wilma had dat er niet in herkend. Ze vindt het kind meer op een vrouwenhoofd lijken. Wilma viel vooral op het kleurgebruik en de ronde vormen. ‘Bovendien is het lijnenspel ook heel mooi.’ Irene had het werk zelf een paar jaar aan de muur gehad en het was moeilijk voor haar er afstand van te doen. Ze belde een tijdje terug dan ook om te vragen hoe het met het schilderij ging. Dat hangt nog steeds. 'Ik ben heel trouw,' vertelt Wilma. 'Als ik iets leuk vind, blijft het ook hangen.’
André van Bolderik is een verzamelaar. Hij heeft in totaal twaalf schilderijen van negen verschillende kunstenaars. Drie schilderijen kocht hij naar aanleiding van een Noppesexpositie.
Het eerste schilderij dat hij kocht was van rekeningwoord KWIBA. Een soort afstudeeropdracht in zwart en wit. ‘Ik houd van abstract,’ betoogt André, ‘maar wil er graag nog iets in herkennen. Liefst van de mens.’ Een ander schilderij is van rekeningwoord SAM. Een ets naar aanleiding van een droom die SAM had. Het schilderij toont mensen die een bom zien overvliegen. Ook heeft André een naakt hangen van rekeningwoord IESJA. ‘Dit is niet abstract, maar dat geeft niet. De menselijke figuur komt er wel in terug.’
Van Judith Holdert (JUDITH) heeft André het schilderij ‘herfst’ gekocht. ‘Hier herken ik ook een vrouw in.’ Het schilderij dat hem het meest raakt noemt hij ‘Man met vibraties’. Dit schilderij doet hem denken aan een vroeger door hemzelf gemaakt tekeningetje dat voor hem belangrijk is. Met dit schilderij, van rekeningwoord MABU, staat hij ook op de foto.
‘Ik kan bijna mijn eigen kunstuitleen beginnen,’ zegt Sylvia van den Bremen (SYL). Aan de wand hangt een schilderij van Judith Holdert (JUDITH). Tegen de muur staan drie kunstwerken, waarvan een van rekeningwoord JUDITH, een van Leo Fisscher (VISSER), en een foto van Barbara Baumgarten (WAVE).
Verder sieren twee grote kleurvlakken die als wissellijst worden gebruikt de woonkamer. ‘Ik heb nu zoveel schilderijen. Ik kan ze allemaal niet kwijt.’ Op zestienjarige leeftijd kocht zij reeds haar eerste kunstwerk. Dit was een ets van een sierlijk getekende boom met vallende blaadjes. Maar daar bleef het heel lang bij. ‘De kunst die ik mooi vond was vaak kostbaar, die kon ik niet betalen.’ Tot zij bij NOPPES kwam. ‘Bij NOPPES ging ik markten organiseren. En op zo’n kunstmarkt heb ik mijn tweede kunstwerk aangeschaft. Ik had geen geld maar wel noppes. Wat ik me met geld niet kon veroorloven, kon met noppes wel.’ Na een tentoonstelling op het Noppeskantoor van Noppeslid JUDITH kocht zij haar derde schilderij en zo ging het verder. De twee schilderijen van JUDITH zijn favoriet. ‘Zij werkt met gemengde technieken en woord en beeld versterken elkaar heel mooi in haar werk. Bovendien vind ik de warme kleuren prachtig.’
|