‘Je hoeft niet onzichtbaar te zijn’
Vrijwilligster op de bres voor vrouwen in de illegaliteit
Ze komt uit een links christelijk nest, studeerde psychologie, werd actief in de kraakbeweging en organiseerde informatieavonden over bijvoorbeeld de Eurotop. Sinds 1999 is ze betrokken bij de Steungroep Vrouwen Zonder Verblijfsvergunning. Voor dit werk werd Tessel Pauli (34) in maart genomineerd (uitreiking 13 mei) voor de Ab Harrewijn prijs.‘Het is fijn om te merken dat er oog is voor de positie van vrouwen zonder verblijfsvergunning.’
Lennert Ras
Volgens Tessel Pauli zijn sinds de jaren negentig de rechten van mensen zonder verblijfsvergunning in Nederland in een rap tempo afgenomen. ‘Vooral vrouwen worden hierdoor getroffen, met name op het gebied van gezondheid, zwangerschap, de zorg voor kinderen, (seksueel) geweld, arbeid, en juridische positie. We willen deze misstanden aan de kaak stellen en tegelijkertijd vrouwen bijstaan. We proberen deuren te openen voor vrouwen en contacten te leggen met hulpverleners en scholen. Ook willen we de samenleving zoveel mogelijk confronteren met deze groep.’
De Steungroep Vrouwen Zonder Verblijfsvergunning (SVZV) bestaat sinds 1995 en houdt zich bezig met het verbeteren van de positie van vrouwen zonder een geldig verblijfsdocument. De SVZV werkt met tien vrijwilligers en krijgt geen subsidie van de overheid. Er zijn wel donateurs, zoals kerken en fondsen.
Ook vecht de steungroep voor de rechten van het kind. Bijvoorbeeld door een uitkering voor kinderen voor elkaar te krijgen. Nederland heeft ook de Europese verhandeling over de rechten van het kind ondertekend, maar leeft dat, volgens Pauli, absoluut niet na. ‘We hopen met het nieuwe kabinet meer te bereiken. We zijn nu wel blij met het generaal pardon. Maar aan de andere kant wordt de noodopvang gesloten voor mensen die hier al zes jaar zijn en komen mensen op straat te staan.’
Er komen gemiddeld tachtig vrouwen per jaar bij de SVZV. ‘Je bereikt op individueel vlak dat ze ervaren niet alleen te staan. Soms lukt het om ze toegang te geven tot gezondheidsvoorzieningen en voorzieningen voor de kinderen. We leren ze dat ze op kunnen komen voor hun rechten en geven ze eigenwaarde: Je hoeft niet onzichtbaar te zijn.’
Van huis uit heeft Pauli meegekregen om solidair te zijn met mensen aan de onderkant van de samenleving. Ze komt uit een links christelijk nest. Vanuit de kerk deden haar ouders bijvoorbeeld mee aan de demonstraties begin jaren tachtig tegen kernwapens, en daarna waren ze solidair met linkse beweging in Latijns-Amerika die tegen de dictatuur streed.
Na de middelbare school is Pauli actief betrokken geraakt bij sociaal linkse acties. Dat deed ze onder andere door te kraken. ‘Je zoekt toch gelijkgestemde mensen. Mensen die zich ook inzetten voor een rechtvaardige omgeving. Bij de krakers vond ik gelijkgestemden die dat ook wilden.’
In kraakpanden aan de Westermarkt en in de Spuistraat organiseerde ze een infocafé. In dat café werden regelmatig informatieavonden georganiseerd over onderwerpen als de Eurotop, de World Trade Organisation, en de gevolgen van beleid dat daar opgesteld werd voor vrouwen, armen en migranten. ‘Het was bedoeld om mensen te informeren en met hen te discussiëren.’
In maart van dit jaar werd Pauli genomineerd (uitreiking 13 mei) voor de Ab Harrewijn prijs. Deze prijs wordt vanaf 2003 jaarlijks uitgereikt aan een persoon of groep personen die zich met een origineel idee hebben ingezet voor de onderkant van de samenleving. Ze is daar trots op: ‘Het is heel fijn om te merken dat er oog is voor de positie van vrouwen zonder verblijfsvergunning.’
Maar Pauli doet meer. Zo werkt ze ook voor de ‘Schone kleren Campagne’. De Schone Kleren Campagne richt zich op verbetering van de arbeidssituatie in de kleding- en sportschoenenindustrie wereldwijd en op het verhogen van bewustwording over arbeidsrechten en milieu. Men wil de kinderarbeid uitbannen en niet betaalde extreme overuren aan pakken. Maar ook wil men seksueel geweld op de werkvloer én het verbod om een vakbond op te richten tegen gaan.
‘Mensen worden gedwongen buiten de reguliere samenleving te leven’
< |