Sjaak Klaver schrijft eenvoudige gedichten. Wie houdt er nog van eenvoud, vroeg hij zich af, nadat hij bij de Turingprijs weer niet verder was gekomen dan de eerste ronde. Ik, zei ik. Vertellingen voor voor het slapengaan bestaat voor een derde uit verzen en voor twee derde uit korte prozafragmenten.
Sjaak Klaver is druk in zijn hoofd. Belandde in de psychiatrie. Ze was / zwaar / psychotisch // zo scherp / in woorden / hadden/ we haar/ nog nooit / meegemaakt // de kracht / van de / psychose. Hij vraagt zijn overbuurman of hij misschien een verpleger kan halen, zodat hij even uit zijn isoleercel kan.
Een ander maakt misschien een reisje naar Griekenland, maar voor Sjaak is zijn loopje naar de winkel er ook even uit. Hij droomt over een mislukt kopje koffie zetten en zet daarna een lekker kopje koffie.
En wel toepasselijk voor mij: ik weet niet / meer wat ik / moet doen // zegt ze // doe dan / even niets. Als hij naar de sportschool gaat, komt hij niet verder dan twee biertjes in de kantine. Er leek / geen vuiltje / aan de lucht // er leek / niets / verkeerd te / kunnen gaan // alles ging verkeerd.
Sjaak is katholiek opgevoed. Maar als jongens spuugden ze al op de stoep van de kerk op de grond en riepen Godverdomme. Het geloof was toen al vervlogen. Is er een God? Is er een leven na de dood? Is er meer tussen hemel en aarde dan ik weet? Het zijn vragen die hem nauwelijks bezighouden. Simpelweg vanwege het feit dat ze niet te maken hebben met zijn dagelijke realiteit: eten, drinken, slapen, boodacchappen, huishouden, een praatje. Dat is zijn dagelijkse realiteit en hij kan er niets goddelijks in ontdekken.
De afwas kan wel wachten tot morgen. Maar dat dacht hij gisteren ook al. Zijn broers haalden hem uit de kliniek omdat ze hem nodig hadden bij het binnenhalen van de oogst.
Het zijn mooie miniaturen, zeer eenvoudig en daarom echt een verademing.