In maart keek ik naar Boeken. Voor mij heel bijzonder, want ik kijk haast nooit televisie. Ik wilde Ilja Leonard Pfeijffer zien over zijn boek La Superba. Over Genua. Een stad die mij ook tot de verbeelding spreekt, omdat het er heel mooi moet zijn en het nog niet zo door toeristen is ontdekt. Maar in het zelfde programma kwam de belgische psychiater Dirk de Wachter aan het woord. Met een ijzersterk verhaal.
Dirk de Wachter vergeleek de samenleving met een speedboot waar steeds meer mensen van af vallen. De psychiatrie, die bestaat uit roeibootjes met te korte riemen, moet die mensen weer in die speedboot krijgen, wat niet lukt. Alles moet maar snel snel snel en we moeten veel kicks. Onze verwachtingen zijn hoog gespannen en als het niet lukt. Het zit even tegen, dan belanden we in de psychiatrie. Want overal is een diagnose voor.
We prediken volgens de Wachter tolerantie, maar we zijn ontzettend intolerant. Alles wat maar een beetje afwijkt van de norm wordt psychiatrisch gelabeld. Straks, zo zegt De Wachter, is iedereen psychiatrisch patient en is er een zelfhulpgroep nodig voor mensen die geen psychiatrisch label hebben. Vroeger werden kinderen die een beetje anders waren helemaal niet gediagnosticeerd of gelabeld. Nu is er voor ieder kind een psychiatrische afkorting. Ik moet daarbij denken aan een cartoon op facebook. Een school waar een bord voor staat “drugs verboden” en waar aan de achterdeur een enorme vrachtwagen een berg ritalin naarbinnen stort. Het is wel duidelijk wat De Wachter wil zeggen. Niet de mensen zijn ziek, maar de samenleving is ziek. En het ergste is nog, betoogt hij, dat de samenleving geen ziektebesef heeft. Ze denkt dat het prima met haar gaat. Omdat we een enorm geluksgevoel verwachten, alles moet geweldig en fantastisch zijn, daarom zijn er zoveel mensen ongelukkig. En die krijgen dan weer een etiket ziek opgeplakt. Laten we, zo zegt De Wachter, proberen wat minder gelukkig te zijn.
Dat volstoppen van alles wat afwijkt met medicijnen; de commercie wil maar iedereen als ziek bestempelen om maar zoveel mogelijk medicijnen te verkopen. Sigaretten en ook gewoon voeding, zijn zo gemaakt, dat je er zoveel mogelijk van gaat gebruiken. Ziekmakende producten om maar zoveel mogelijk te verkopen. Niet de patient is ziek, maar de samenleving is ziek. Het moet anders. De menselijke maat moet terug. We moeten creeren wat nodig is en geen onnodige vraag maken. De groeigedachte moet er uit. Het lijkt evolutionair vastgelegd, dat we moeten groeien. Economische groei lijkt het toverwoord om uit de crisis te komen, maar we groeien onszelf kapot. Het is toch niet zo gek, dat wij een stapje terug moeten doen, omdat de groei nu in andere werelddelen zit?
Maar ik maak me ook schuldig aan het groeisyndroom merk ik. Het is nooit genoeg, Ik wil altijd meer. En al doe ik door een psychische kwetsbaarheid al jaren niet meer mee aan de ratrace. Ik maak mijn eigen ratrace. M’ n eigen speedboot, door dagenlang van hot naar het te rennen. Afgekeurd en wel heb ik soms ook dagen dat ik twaalf uur of meer van huis ben. Waarom eigenlijk? En ik zie het ook bij collega gekken, druk met van alles en nog wat. Druk druk druk. Zelfs als het niet meer hoeft, dan wil je nog druk druk druk zijn. Alsof je niet leeft, er niet bijhoort, als je niet druk bent. Zelfs wij zieken zitten vast in het denkpatroon van de zieke samenleving; van maar moeten rondhollen. Word je daar nou echt gelukkiger van?
Aan de andere kant, op dagen dat ik geen afspraken heb, hang ik maar een beetje op de bank en daar word ik nou ook niet echt gelukkiger van. Misschien maar eens wat minder geluk na jagen. Een wat betere balans tussen rust en activiteit zou goed zijn tegen mijn klachten. Want ook ik doe precies wat de commercie wil. Als ik weer wat klachten ontwikkel, dan neem ik een pilletje extra. Terwijl het misschien ook zou helpen, als ik wat meer rust nam. Het moet anders. En misschien helpt de crisis een handje om het anders te gaan doen. Laten we daar dan vooral ons voordeel mee doen.