Vandaag ontving ik het boek “Laat jezelf zien” van Judith Webber in de bus. Judith was zo lief haar boek zo maar aan me op te sturen, omdat ik op het moment de eindjes weer aan elkaar aan het knopen ben en de vijftien euro die haar boek kost even niet kon missen. “ De eindjes aan elkaar knopen” .. denk eens aan je affirmaties, zei Judith: “ Je kunt ook zeggen: ik heb genoeg om van rond te komen.”
In haar boek komen een aantal onderwerpen aan de orde.
Ten Eerste hartsmotief. Wat is je hartsmotief en daar moet je uit gaan werken. Het is wel grappig, omdat Nico Schoen in het traject dat ik bij hem heb gevolgd daar ook altijd op hamerde. Een vriendin van me zei het zo: “ Wat zou je doen, als je 20 miljoen op de bank hebt staan?” En dat wat je dan zou gaan doen, moet je nu al gaan doen. Maar een hartsmotief .. Ik vind een hoop dingen leuk om te doen. Schrijven, filmen, optreden als dichter, gitaarles hebben .. Maar ik ben altijd jaloers op mensen die alles met heel veel passie doen. Dat heb ik niet zo. Ik had een kennis, die alles vanuit een enorme hartstocht deed. Of dat nu barkeeper zijn op het Leidsplein was, spelen in een een Kiss cover band, en nu: de kerk. Alles gaat bij hem uit een schijnbaar diepgevoelde hartstocht. Echt om jaloers op te zijn. Ik heb wel dromen. Om te beginnen een dichtbundel publiceren. Iets bereiken als schrijver. Ik merk wel dat als ik gedichten voordraag, dat mensen het waarderen. Maar er speelt toch een enorme onzekerheid. Is het wel goed genoeg? Is het niet maar middelmatig? Maar goed, dat zijn twijfels waar elke kunstenaar mee worstelt. En waarom wil ik beroemd worden als schrijver? Om erkenning te krijgen, dat wat ik doe, betekenis heeft? Erkenning dat ik iemand ben, dat ik de moeite waard ben? Ben ik nu dan niet de moeite waard?
Eergisteren zocht ik een oud klasgenoot van mijn Tekstschrijven opleiding op op internet, omdat ik over haar gedroomd had. Die blijkt ook tekstschrijver te zijn en had klanten als ING en nog meer van die grote organisaties. Moest ik daar nou jaloers op zijn? Omdat ik “maar” geschreven had voor periodieken van GroenLinks, Zoolmaat en MUG? Ben ik nou minder van waarde daardoor? Nee, ik denk het niet.
Ik weet niet of de drang naar erkenning en naar “grote’ betekenis hebben in de maatschappij, wat ik met schrijven wil bereiken, of dat nou wel echt een hartsmotief is. De kapstok, waar ik volgens Judith mijn activiteiten aan moet ophangen. Net zoals geld verdienen en een leasebak onder mijn kont krijgen niet mijn hartsmotief is. Toen ik dat een paar jaar ging doen, ging het toch flink mis.
Het tweede onderwerp in Judiths boek is richting. Lange termijn denken. Ja, op middelange termijn een bundel uitgeven en op lange termijn een oeuvre opbouwen … Terwijl ik amper schrijf. Daar begint het al mee. Al ga ik nu weer een schrijfgroep volgen en heb ik net een kritische column geschreven voor radio Signaal. Af en toe treed ik op als dichter. En daarmee werk ik een beetje die kant uit. Alhoewel ik soms het gevoel heb, dat ik veel harder aan de weg moet timmeren. Veel meer optreden en ook meer schrijven. De slogun die ik hierbij had, was: RasMedia: sterk in tekst en beeld.
En of werken zwaar voor me is .. wat Judith ook in dit hoofdstuk aanstipt. Eerlijk gezegd heb ik bij alles wat ik doe een enorme drempel, haast onoverkomelijke drempel, om er mee te beginnen. Maar als ik eenmaal begin, zit ik in een wip enorm in de flow en is het werk zo klaar.
Het volgende hoofdstuk van Judith is focus. En wat zij beschrijft, heb ik ook. Ik vind mezelf een enorme generalist, die van veel markten thuis is. Maar veel mensen wijzen mij erop te focussen. Wil je ergens goed in worden of uitblinken dan moet je immers meters maken en niet van alles een beetje doen. Ik vind afwisseling juist erg leuk en aangenaam. Maar dan is de consequentie misschien dat ik niet een heel goed schrijver wordt, of heel goed filmer … En bij mij is het net als bij Judith, als ik eenmaal ergens mee bezig ben, en het wordt meer sleur, dan ben ik er al snel op uitgekeken.
Dan stipt Judith een punt aan wat vast naar voren komt in haar volgende boek “Kies en ze kiezen jou”. Je droomklant. Het geluk wil dat een tijdje geleden zo maar mijn droomklant op mijn weg is gekomen. Een echte weldoener, en bovendien een wereldverbeteraar. Die het allemaal anders wil en af wil van het systeem waarin het allemaal draait om het rijker worden van de ultra rijken.
Het volgende hoofdstuk in Judiths boek ging om openen. Tip bij netwerken (om je droomklanten te vinden) van Judith is om iets van jezelf te laten zien, een kwetsbaarheid, zodat je gesprekspartner zich ook openstelt. En vooral geen functie noemen, maar een prikkelende omschrijving, die aan het denken zet, dat maakt dat men je onthoudt. Dat vond ik wel goede tips. Echt verbinding maken. Inderdaad: hoe vaak heb ik niet een visitekaartje in m n zak gestoken en wist ik thuis totaal niet meer wie ik gesproken had? Judith raadt ook aan je klanten te vragen wat je kracht is. Dat heb ik eigenlijk nog niet zo gedaan. Toen ik een keertje een goede opdracht had, hoorde ik daarna ik geloof zelfs via via, dat de klant haar teksten wel verbeterd vond. Maar eigenlijk heb ik nooit goede feed back gekregen. Dat was wel jammer.
Vervolgens gaat Judith in op de wet van de aantrekking. Daar heb ik wel het een en ander over gehoord. Ooit eens bij Noppes de film de Secret gezien en het gelijknamige boek in huis gehad. Wat je uitstraalt, dat trek je aan. Maar omgekeerd ook. Waar je mee omgaat, raak je mee besmet, noem ik dat. Wat andere mensen uitstralen, straalt ook uit op jou. Dus probeer je netwerk positief te houden!
In een volgend hoofdstuk gaat Judith in op Flow. Jezelf aan afspraken met jezelf houden en een goede balans tussen klussen die energie kosten en klussen die energie opleveren. Ja, soms ontkom je er niet aan en moeten dingen gewoon gedaan worden, zoals in het huishouden. Maar als je het gedaan hebt, dan geeft het toch energie! De lijstjes waar Judith het over heeft, maak ik al heel lang. En het voelt ook super goed om dingen af te strepen. En als je aan het eind van de dag ziet, dat alles wat je van plan was te doen ook is gelukt.
Het laatste hoofdstuk in Judiths boek gaat over groei. Goed is goed genoeg. In ons allemaal zit een kritisch alterego. Het kan altijd beter. Gelukkig ben ik niet zo n perfectionist als mijn vader, die daarom alles zelf wil doen en kan ik wel goed delegeren. Practice what you preach is inderdaad wel heel belangrijk, anders gooi je je eigen ruiten in. En blijven leren. Dat vind ik ook. Je hele leven blijf je leren. Ik ken mensen, die van de middelbare school af kwamen en die zeker wisten dat ze daarna nooit nooit meer in de studiebanken wilden. Bij mij is het juist omgekeerd. Ik bleef jaren studeren. Het is nooit genoeg. Laatst nog een cursus gedaan en verschillende opleidingen. Maar goed, op een gegeven moment moet je natuurlijk ook echt aan de slag met wat je hebt geleerd. Fouten maken hoort daarbij. Je kunt niet leren als je geen fouten maakt. Dus daar moet je niet bang voor zijn.
Al met al erg genoten van het boek van Judith. Ook door de vrolijke felle kleurtjes en de bondigheid van de hoofdstukjes. Nu nog mijn hartsmotief zoeken …