Sneeuwtocht

Woest beteugeld hoofd

Schrikkerige grote bruine kijkers

Achter zwarte oogkleppen

Stampende beslagen hoeven

Ploegend door de zware sneeuw

Menner en koetshuis trekkend

Schuim bekkend op het bit

Zijn adem, lichaam

Dampt

In de ijzige kou

Bevriest in zijn neusgaten

Sneller, in volle draf

Rovers en dwaalwouden

Vooruit blijven

De jonge vrouw

In de cabine

Begripvol invoelend

Kwetsbaar

Zou hem zachtjes

Willen strelen

Verlossen uit zijn juk

Zodat hij bevrijd

In volle galop

Ongetemd

De wijk kan nemen

Deze kille tocht

Afgebroken

In het kleine raam

Ontwaart zij de toren

Van haar stad

©2012, schrijfartiest.nl