Gisteren was er weer een Vers van het mes in Perdu. De avond bestond uit optredens van twee bekoorlijke jonge studentes. Te weten Amarantha Groen, die op haar negentiende al in Berlijn studeert en Vicky Francken. Daarnaast trad de Flarfdichter Willem Bongers op; een beetje een langharige ruige groffe figuur. De afsluitende act was van de singer, songwriter Uniko Eerenstein. De optredende dichters was weer gevraagd een kleine poëtica te schrijven. Het lijkt me best moeilijk, als je net bezig bent en nog zo jong, om dan al een poëtica te formuleren. Amarantha studeert filosofie, maar wil in haar gedichten helemaal geen vraagstukken oplossen of analyseren. Haar poëzie ziet ze meer als een uitlaatklep. Ze fantaseert vaak over wat al die andere mensen in de wereld wel niet doen, op het moment dat zijzelf dit of dat doet. Verder sprak ze een verlangen uit naar echt contact tussen mensen. Ze vroeg zich af of dergelijk contact überhaupt wel mogelijk is, maar hoopt dat dat in ieder geval van toepassing is op die ene .. de geliefde. Liever had ze geloof ik zo’n intens contact met de de hele mensheid, maar dat is waarschijnlijk onmogelijk. Ze vertelde dat ze gek is op dansen en droeg dan ook een gedicht voor, ‘House’, waarin ze schreef over zo’n dansavond en over een hand in haar zij, waarvan onduidelijk was van wie die was. In haar schattige jurkje komt ze toch over als een puur en nog onbedorven meisje. De tweede dichter Willem Bongers was wel even van een ander kaliber. Hij kwam met een ruig gedicht, dat ‘Als ik de baas was van het internet’ tot thema had. Hij beschreef daarin onder meer het internet als een sexueel wezen met holtes in pop ups. Het liefst zag hij een webomgeving ontstaan, die het midden houdt tussen porno, youtube en De Contrabas. Hij had vanuit zijn Flarfdichterschap een duidelijke poëtische boodschap. Voorbeeld voor hem was Homerus in de nieuwe analytische zin. Dat wil zeggen, dat de Ilias en de Odysee eigenlijk een orale traditie heeft en in heel veel verschillende vormen bestond en verschillende auteurs had. Het op schrift stellen van het epos zag hij, als de doodslag voor het werk. Hij pleit voor een gemeenschapsliteratuur. Dat iedereen van de enorme bibliotheek of database, bijvoorbeeld op het internet, zijn eigen vorm kan maken. In navolging van de oude orale tradities. Hij betoogde, dat het stil in een hoekje lezen, wel een functie kan hebben in deze zeer gejaagde cultuur, maar volgens hem was dit toch niet de toekomst van het lezen. Ik bedenk me nu, dat natuurlijk de bijbelse verhalen ook uit zo’n orale traditie stammen. Dus van de bijbel kun je ook zeggen, dat het op schrift stellen, de tekst heeft doodgemaakt. En omgekeerd zullen sommige teksten ook de uiteindelijke Homerus wel niet gehaald hebben. Wel geruststellend dat Bongers vriendin hem toestemming gaf om het ruige soms sexueel getinte internet gedicht aan haar op te dragen. Na de pauze trad Francken op. In haar poëtica gaf zij blijk van een voorkeur voor het onvolmaakte, dat de wereld veel interessanter maakt, dan het perfecte. Dit onvolmaakte vergeleek zij onder meer met een fotomodel, dat op de catwalk loopt, met de tand uit de mond geslagen en die tand dan voor zich uitdragend. Francken droeg twee gedichten voor over vogels. Raven, roeken, kauwtjes. In het eerste gedicht liep het slecht af met de vogel. In het tweede gedicht beter. Ze had een heel mooie voorleesstem, maar ze droeg erg snel voor. Dit leidde tot een vraag uit de zaal, of ze niet wat langzamer kon spreken. Maar het geheel was toch zeer goed te volgen. De laatste act van de avond werd een intermezzo genoemd. In de zin van een klassieke muziekcompositie, want hier hoeft een intermezzo helemaal niet tussen twee stukken in te staan. Uniko Eerenstein bracht eenvoudige liedjes ten gehore zich daarbij begeleidend op de gitaar. Het was allemaal zo droog komisch, dat er soms flink om gelachen werd. Typisch, dat net weer dat liedje over een man die zijn vrouw aan kanker is verloren en daarom in de drank en het werk vlucht het sterkst was. Tsja, het blijft een soort dramawet, dat kunst over leven en dood het best scoort. Denk aan de koningsdrama’s van Shakespeare. De avond was al met al zeer toegankelijk en het academische niveau bleef, in tegenstelling met de vorige Vers avond, een beetje achterwege. Misschien had dit ook met de jonge leeftijd van de artiesten te maken. Vooral het afwisselende karakter van de acts sprak me best aan. Ik vroeg me wel af waarom de presentator zich een beetje een onzekere houding aanmat tijdens het aaneen praten van de acts .. Volgens mij is hij namelijk helemaal niet zo onzeker.
V