Schrijven als ‘levenskunst’
Geen therapie, maar stimulerend, inspirerend
“Geestelijke en lichamelijke gezondheid zijn gebaat bij het regelmatig opschrijven van diepe gevoelens,” staat er te lezen in de aankondiging van de cursus ‘Schrijven als levenskunst’ op de site van het Humanistisch verbond Amsterdam. Je zou meteen denken dat het om een cursus met therapeutische grondslag gaat en die verwachting was er ook bij sommigen, voordat de cursus begon. Eén dame werd tijdens de eerste les hierdoor ook zo afgeschrikt, dat ze niet meer terugkwam. Bovendien had zij tekstverwerkers in het lokaal verwacht en het schrijven met de pen zag ze niet zitten, want ze had haar hele leven met de hand niet meer geschreven dan boodschappenbriefjes. Natuurlijk kan schrijven zeker therapeutisch werken, maar dat bleek helemaal niet het uitgangspunt van de cursus te zijn.
De cursus ‘schrijven als levenskunst’ wilde vooral de cursisten aanzetten om met schrijven te beginnen. Er werden handvaten en ingangen gegeven, die een aanleiding kunnen zijn om te beginnen met schrijven of het schrijven te inspireren.
Tijdens de eerste bijeenkomst interviewden de cursisten elkaar over hun dromen en de reden waarom ze met deze cursus waren begonnen. Na het schrijven gaven ze elkaar ook suggesties ter verbetering van hun schrijfsels, maar op een heel vriendelijke manier. De opdracht was vooral om elkaar te stimuleren en zeker niet elkaar afbranden. Dat was heel fijn aan de cursus, dat er heel harmonieus en welwillend op elkaars schrijfsels werd gereageerd na het voordragen van tijdens de cursus geschreven eigen werk. Iedereen werd in zijn waarde gelaten en negatieve uitlatingen waren er helemaal niet.
Andere ingangen tijdens de cursus waren schrijven aan de hand van een voorwerp, een kassabon van een vreemde (wat staat er op de bon en wat kan je daaruit afleiden over de persoon, die de boodschappen heeft gedaan?), of schrijven aan de hand van een thema. Ook was er een jatopdracht. Maak maar eens een eigen versie van een gedicht, dat je heel mooi vindt. Verder werden er dialogen geschreven. Er werd vrij geschreven (zet maar eens je pen op papier en schrijf zonder onderbreking een kwartier achter elkaar. Het maakt niet uit wat. En als er niets in je opkomt, dan schrijf je gewoon ‘Er komt niets in me op’). Al met al zeer diverse opdrachten, die een beleving gaven van ‘zo kan het ook.’
Docente Wilma van den Akker was steeds positief en bemoedigend en reageerde vaak op de schrijvers door een open vraag te stellen. Wat vind je er zelf van? Of, wat zou je er zelf mee willen? Een paar cursisten wilde misschien wat steviger kritiek hebben, maar dat was niet echt de insteek. De insteek was dat het goed en fijn is om te schrijven en vooral deelnemers motiveren om dat te doen. Want, zo zegt Wilma, ‘schrijven is vooral doen en zitvlees kweken.’
De voorlaatste keer kwam een cursiste met een gedicht waarin ze haar woning beschreef en de voorwerpen, die haar herinnerden aan haar overleden partner. Een ‘opsomgedicht’ en daar gingen we de laatste keer op door. Zo kwam een cursist, die leraar is en net gehoord had, dat hij met pensioen ging, met een prachtige opsomming van kenmerken van scholieren met de conclusie dat het nu voorbij is.
De cursus werkte heel inspirerend voor de deelnemers. Een aantal cursisten had de cursus echt nodig om tot schrijven te komen. Toch gingen gaandeweg steeds meer cursisten ook thuis werken aan de huiswerkopdrachten, die steeds aan het begin van de les klassikaal besproken werden. Een enkeling had zich het schrijven al zo eigen gemaakt, dat hij er al mee begon bij het opstaan. Leven zonder te schrijven was voor hem ondenkbaar. Dat is nog eens schrijven als levenskunst!
Het opsom gedicht dat ik tijdens de laatste cursusbijeenkomst schreef
Dit artikel verscheen ook op de site van het Humanistisch verbond.