21 februari 2010
Vanmiddag ging ik naar het open podium in café Eijlders. Eijlders is vanouds her al een café met poëtische inslag. Veel van de vijftigers als Remco Campert en Bert Schierbeek kwamen er al hoorde ik. Ik wist wel dat er poëzie bijeenkomsten waren, maar niet precies wanneer. Gelukkig las ik over deze middag op de agenda van dichttalent, waar ik een profiel heb aangemaakt. Kreeg ik bij binnenkomst een boekenlegger in de hand gedrukt met een gedicht van Aurora Guds. Een klasgenootje van mij van de lagere school! Ik kwam haar dus tegen vanmiddag. Ze blijkt al twee jaar elke maand op te treden in Eijlders. Ze schrijft een beetje lichte poëzie, zeer aardig. De andere dichter, die op de boekenlegger stond, was Ton Huizer. Hij had vanmiddag de lachers op zijn hand met een zeer humoristisch gedicht. Het thema van de middag was namelijk ‘waarom voortplanten?’ Elke dichter had er minimaal één gedicht over. En Tons gedicht ging erover, dat de vrouwen met bosjes voor hem vielen, sinds hij niet meer neukte, maar lepeltje lepeltje ging liggen.
Jos van Hest van het Oba open podium trad ook op. Korte gedichtjes .. Als zijn ouders nu een andere partner hadden gehad, was hij dan niet geboren? En is het feit dat hij er wel is, er soms niet debet aan, dat iemand anders niet is geboren? Ook zou hij zichzelf niet herkennen in een stadium van voor zijn geboorte. Op zich vond ik het wel een aardige middag. Maar er was niet iets, qua poëzie, dat er uitsprong. Eén dichter .. Ik weet zijn naam even niet .. zag er echt uit als een dichter (je weet wel keurig gekleed en met zo’n jasje aan) en leek me ook zeer pretentieus. Maar ik vond niet dat hij zijn pretenties kon waarmaken. Hij gebruikte veel grote bombastische woorden en ook het ouderwetse ‘gij.’ Ik vond het maar niets.
Wel weer leuk, een prachtige jonge meid (Mieke van Zonneveld) met een lang gedicht over een ridder. Het leek een alleraardigste ridder en er was ook een vergelijking van hem met honing. Maar het gedicht eindigde ermee, dat hij toch kinderen en bejaarden de kop afhakte, wat ik niet zo bij hem vond passen. Jammer, dat de meeste dichters het thema voortplanten zo letterlijk hadden genomen. Veel sex dus. Wel fijn dat er ook wat jongere dichters bij waren. Eén jonge man had zelfs een bloemlezing van Komrij gehaald met zijn gedichten. “Hij is echt goed,” zei Aurora nog. Ze komt graag naar Eijlders, want de poëzie zit haar al van kinds af aan in het bloed. Ook gaat ze nog wel naar Perdu, maar ze ervaart een waterscheiding. Er zijn toch veel dichters waar perdu, bot gezegd, zijn neus voor ophaalt en gelukkig kunnen die in Eijlders terecht. De middag begon nog met een gedicht van Leo Vroman en eerlijk gezegd sprak dat me ook al niet zo aan. Er zijn heel veel dichters zo bleek maar weer vandaag. Soms denk ik wel eens, dat er meer schrijvers, dan lezers zijn van poëzie. En die dichters moeten allemaal gewoon lekker hun ding doen. Zij die echt goed zijn, komen vanzelf wel bovendrijven.