Afgelopen zondag was het tijd voor de tweede poëziemiddag bij galerie Amsterdam Outsider Art. Bij Outsider Art wordt kunst geëxposeerd van visionairs, mediamiek begaafde kunstenaars, psychiatrische patiënten, makers van ‘fantastische’ bouwwerken, verstandelijk gehandicapten, autodidacten, en naïeve of anderszins ‘excentrieke’ scheppers. Excentriek zijn, is echter niet noodzakelijk. Ook ‘gewone’ burgers kunnen outsiderkunst van hoog artistiek niveau maken. Bij het verzamelen staat voor Amsterdam Outsider art dan ook niet de hoedanigheid van de kunstenaar, maar de artistieke kwaliteit van zijn werk voorop.
Bert Schoonhoven (galerie houder) en Jeannine van Dijck zijn recent dus ook begonnen met het organiseren van poëziemiddagen voor outsiders. Jeannine is verbonden aan uitgeverij Tobi Vroegh. Een uitgeverij die een brug wil slaan tussen psychiatrie en de maatschappij als geheel. Met als doel emancipatie en participatie van mensen met een psychiatrische handicap.
Tijdens de middag werd – de tweede – verzamelbundel ‘In mijn verbeelding’ van Tobi Vroegh gepresenteerd. In deze bloemlezing zijn vijftien dichters opgenomen. Zowel beginners als gevorderden. Jeannine deed de redactie ervan. Van de dichters uit ‘In mijn verbeelding’ waren de Arnhemse Marjon Joosten en de vlaamse Gisele Vranckx aanwezig.
Erna Ammeraals trapte af met haar gedichten, die voor een groot deel ontstaan zijn binnen een cabaretgroep waar ze aan mee deed. Ze wil een boekje gaan maken en eerst uitproberen hoe haar werk het doet voor een publiek. Ze droeg gedichten gedeeltelijk voor en het refrein zong ze. Ik vond de kruisbestuiving tussen cabaret en poëzie, of voordracht en zang niet echt heel goed werken.
Na Erna was de eer aan Jan Damstra. Hij is de huisdichter van dit poëziepodium. Hij bracht onderandere een aanklacht tegen het recente kunstbeleid, en declameerde zonder microfoon. Inderdaad had hij volume genoeg. Op zijn T-shirt preikte een portret van Charles Bukowski. Ik had al een beetje het gevoel dat Jan toch iets met de zelfkant heeft.
Gisele Franckx draagt prachtig voor, wat ook wel aan haar zangerige vlaamse accent ligt. Haar gedichten zijn echte pareltjes. Op een zekere vertederende manier kan ze het zelfs hebben over de pijnmomenten in haar leven, zonder dat het plat of cliché wordt. Bijvoorbeeld in ‘Doeg dan maar’, dat volgens mij gaat over liefdesverdriet. Haar ‘doeg’ is toch zachter, dan het doeg van een dame bij wie ik laatst de plantjes kwam verpotten: ‘Het was gezellig. Doeg. J’ Misschien had deze dame ‘doeg’ ook met vlaams accent moeten uitspreken.
Van Marjon Joosten is me vooral het gedicht ‘Samen’ bijgebleven.
‘Door de pupil daal ik af
naar binnen en zie in
een uiterste hoek diep
ineengedoken een klein
oud meisje
Zacht beroer ik haar vel
ik ken haar wel, en
vertel het kind hoe
moedig en sterk ze is’
Een sprookjesachtig beeld, dat bij mij veel oproept. Toch hebben haar gedichten ook iets rauws. Zoals ‘gevoel – verstand’ over pedofilie, dat ze vanmiddag niet voordroeg, maar wel in de bundel van Tobi Vroegh is opgenomen. Soms zijn haar gedichten echter plots afgelopen. Alsof er met een hakmes een stuk is afgesneden. Alsof het gedicht onderbroken wordt door een klap, terwijl je nog iets verwacht.
In de pauze speelt Herman mondharmonica. Direct na de pauze draagt hij voor. Herman zingt in een popkoor en heeft een band. Eigenlijk is hij meer met muziek bezig. dan met poëzie. Hij is een grote man met witte baard en deed mij – stom – toch aan de kerstman denken. Een excentrieke figuur dat zeker, maar wel af en toe wat rijmelarijtjes tijdens zijn voordracht.
Na Herman was het de beurt aan een andere bekende excentriekeling. Levend kunstwerk Fabiola, alias Cinderella. Zij houdt zich graag bezig met universele thema’s, die in ieder mens wel iets van herkenning te weeg brengen. Zo kwam de spreekwoordelijke prins op het witte paard voorbij. Ook wees ze op het universele menselijk recht van een dak boven je hoofd hebben en dat je in je eigen huis zo heerlijk jezelf mag zijn. Elk verhaal sloot ze af met een pirouette. Ze riep een warm gevoel op bij het publiek.
Als laatste was organisator Jeannine van Dijck aan de beurt. Zij heeft recent – ook al haar tweede – bundel ‘Karaktermoord en andere ongemakken’ uitgegeven. Zij werkte net als Cinderella op de lachspieren, maar dan vanwege haar zwarte humor. Zo vergeleek ze haar lichaam met een stuk tweede hands kleding, waaraan je wat kan verstellen. ‘u mag het hebben als het U past, [..] mij was t lange tijd tot last.’ Ook een gedicht over ontrouw deed het goed in de zaal. Haar gedichten zijn veelal kort, soms zijn het limmericken, maar zeer krachtig.
“Een kater uit Amelisweerd
is uitermate gefrustreerd
Hij mept alle ballen
tot ze verpletterend vallen
Kort voor kerst is hij pijnlijk gecastreerd’
Dat galeriehouder Bert zelf ook wat met poëzie heeft, bleek uit zijn korte voordrachten aan het begin of einde van de poëzieblokjes. Zijn gedichies zijn speels en roepen een glimlach op. Hij excuseerde zich nog voor zijn duim, die in het verband zat, vanwege een gevecht met een staafmixer.
Na afloop van de middag signeerden verschillende dichters hun bundels. Marjon schreef in mijn bundel: ‘woorden komen van ver, maar verbinden mensen, brengen ze bij elkaar.’ Dat was zeker het geval deze middag.
Eind februari, begin maart zal ik zelf een poëziemiddag (met workshop) organiseren in samenwerking met Amsterdam Outsider Art en Jeannine. De middag staat in het teken van het evenement 7 days of inspiration. Dit evenement wil Nederland in een week tijd een Upgrade geven door de meest waardevolle initiatieven te richten, de krachtigste netwerken te verbinden en de meest inspirerende verhalen te delen. Wordt vervolgd dus!
‘Karaktermoord en Ander Ongemak,’ Jeannine van Dijck, uitgeverij Je-Art, ISBN 978-90-81281-2-2
‘In mijn verbeelding,’ verzamelbundel, uitgeverij Tobi Vroegh, ISBN 9 789078 761174