In november ben ik voor het eerst naar de poetrie slam in cafe Festina Lente in de Jordaan geweest. Omdat het op maandag was en maandag onze vaste schrijfavond is, werd het meteen een uitstapje van onze schrijfgroep. Op het bankje voor het café zit een mooi standbeeld van een man die een poes aait met een naambordje van een kroegbezoeker erbij. Goh, denk ik, wat moet dat voor man geweest zijn, dat hij een standbeeld kreeg? Het beeldje is echter geplaatst toen dit nog een ander cafe was, voor Festina, en het personeel weet verder niets over het hoe en waarom van het beeld.

De poetrie slam bestaat uit drie rondes en uiteindelijk is er een publieks winnaar en een jury winnaar. De jury winnaar gaat weer door naar een volgende ronde. Het café is klein en knus. Er hangt zelfs een bordje met ‘voor groepen zijn wij te klein.’ De avond begint met het afspelen van een bandje waarop Simon Vinkenoog te horen is. Die zat hier altijd in de jury.

De eerste deelneemster is de uit de theaterwereld afkomstige Annie Gerritsen. Zij gebruikt toch wel grote woorden zo af en toe en dat zal later ook terug komen in het juryrapport. De poetrie slam wordt trouwens live gestreamed op internet door Martijn Bakker (die mij en een vriend in zijn verslag – dat ik later lees – nog zal vergelijken met de zeurende oudjes van de Muppets .. niet zo flatteus). In de stream worden de gebeurtenissen tijdens de avond zo goed en kwaad als dat gaat uitgeschreven. Toch wel jammer, want er is een microfoon, dat niet gewoon de audio van de avond gewoon op internet gestreamed wordt. Dat is toch leuker dan zo’n tekstueel verslag.

De tweede deelnemer is Erwin Mulder. Hij kwam vorig jaar erg ver bij de poetrie slam en draagt werk voor, dat een beetje aan de zelf kant zit. Bijvoorbeeld een gedicht over een huwelijk met een uitvreter en dat die vrouw hem dan maar moet nemen zoals hij is. Het is wel poëzie die een beetje aan Simon Vinkenoog doet denken. Het niveau van de avond zal echter zo hoog blijken te zijn, dat Erwin uiteindelijk niet in de finale terecht komt. Hij is daar dan ook echt aangeslagen over.

De derde deelneemster van de avond is Til Schaap (al gepensioneerd). Zij heeft vroeger nog meegedaan met De Klus (de schrijfgroep waar ik ook af en toe kwam de laatste jaren) in de tijd dat Simon Vinkenoog de groep nog voorzat. Ook treedt ze vaak op bij het open podium in de openbare bibliotheek. Een zin uit haar voordracht is: ‘op de staart van een komeet scheer ik langs de aarde in de nacht.’ Ook heeft ze een gedicht over het leuke kleine hondje, dat ze bij zich heeft. Het is een lieve vrouw en haar voordracht is ook … lief. Maar het is niet echt goed.

Na Til Schaap treedt Martijn Teerlinck op. Hem heb ik al eens zien voordragen in Perdu. Zijn poëzie is een beetje messiaans en hij beschrijft een soort mythische wereld waarbij hij steeds beelden uit de natuur gebruikt. Bomen, vogels, een rollende steen die voor een open graf tot stilstand komt. Hij doet de voordracht uit het hoofd, wat ook al een pre is, en komt overtuigend over.

Ook Kila en Babsi heb ik al eerder gezien. Op de poëzieavond in zaal 100. Deze keer treden ze op zonder violiste. Wel leuk hoe de twee dames soms tegen elkaar inspreken of elkaar aanvullen, zodat de voordracht een beetje muziek wordt. Maar toch allemaal meisjes onderwerpen over lastige verliefdheden en huis, tuin en keuken zaken. Eerlijk gezegd is het eerder cabaret dan poëzie en zouden ze misschien beter thuis zijn in het Toomler.

De volgende dichter, Bart Papberg, is ook wel erg cabaret achtig. Zijn voordracht gaat over een wormpje in een hoop stront. Bizar onderwerp, maar het blijft leuk!

Jeroen Oosterhof schrijft weer over grote onderwerpen als macht, religie en liefde. Hij heeft een pesthekel aan het calvinisme. Maar zijn gedicht over boten die op ramkoers liggen, spreekt toch niet erg aan.

Wie gaan er door naar de tweede ronde? Erwin Mulder, Kila en Babsi, Bart Papberg en Martijn Teerlinck. Bab Papbergs cabaret gaat in de tweede ronde over een vaasje, dat zo graag een keizerskelk wil zijn, maar uiteindelijk getroost wordt door het niet uitziende bloemetje, dat in hem wordt gezet. Het sprak erg tot de verbeelding en het publiek liet een lach en een traan. Teerlinck zet zijn mythologisering door .. ‘Woorden een lange aderlating uit vaten vloeit bloei.’ Ook gaat het over een geraamte (dit gedicht droeg hij ook voor in Perdu) en ‘Ik ben een vogel mens met een snavel.’ Kila en Babsi houden het niet uit zonder liefde en daarom mislukken de pannenkoeken. Erwin Mulder nog steeds aan de zelfkant schrijft: ‘verkeerde vrienden zijn moeilijk te vinden, wees er zuinig op.’

Naar de finale gaan uiteindelijk Teerlinck en Papberg. Normaal kiest de jury een kandidaat voor de finale en het publiek ook. Maar omdat Teerlinck en Papberg evenveel stemmen van het publiek hebben gehad, wordt Teerlinck tot jury finalist en Papberg tot publieks finalist gebombardeerd. Jammer genoeg is de voordracht van Papberg in de finale niet zo sterk. Het gaat over een soort communicatie tussen organen en een pink en is een beetje moeilijk te volgen. Achteraf blijkt dat Papberg dit stuk zelf wel een van de betere vindt. Teerlinck heeft onder andere een gedicht over Jeruzalem en een terugkeer uit ballingschap. Uiteindelijk wint Teerlinck de avond.

Bij het naborrelen spreek ik kort nog even een paar juryleden. Er wordt geopperd dat Teerlincks poëzie toch wel wat narcistisch is, maar dat alle poëzie zo begint. Eigenlijk vinden ze wat Teerlinck doet erg op het randje. Hij komt er goed uit, en het is ook goed. Maar voor hetzelfde geld – misschien net een andere nuance – was het over de top geweest en slecht. Ik breng in dat Teerlinck toch een beetje een soort van ‘maniertje’ heeft en dat zijn werk toch wel hmmm .. meer van hetzelfde is. Als hij door wil als dichter zal hij toch moeten groeien en ook andere ingangen creëren. Anders blijft het misschien bij één goede bundel en is het daarna op. Dat hoeft op zich ook niet verkeerd te zijn. Een kennis van vrienden van mij, Andre Verbart, schreef ook een briljante bundel waarvoor hij een grote debuut prijs kreeg en daarna kwam er niets meer. Maar dat is toch niet echt wat je als dichter wil.

Al met al was het een hele leuke avond. Ik realiseer me wel, dat als ik ook een keertje wil meedoen, dat ik me dan goed moet voorbereiden. De gedichten thuis oefenen en uit het hoofd leren. Dat is wel het beste denk ik.

Gecategoriseerd in: